Veldhovense vrijwilligers verliezen meer dan oud papier – Behoud de kracht van verenigingen

Terwijl het zomerreces van de gemeenteraad nog maar net is begonnen, valt op dag één een brief op de mat die opnieuw de gemoederen bezighoudt: het college schrijft over een afbouwregeling voor het stopzetten van de papierinzameling door verenigingen. Een beladen onderwerp, waar de raad zich eerder al over heeft uitgesproken en duidelijke kaders voor heeft meegegeven. Waarom dan juist nu, aan het begin van het reces, deze brief? Toeval of bewuste timing?

De inzameling van oud papier is jarenlang met succes uitgevoerd – en wordt dat nog steeds – door vrijwilligers van achttien Veldhovense verenigingen. De gemeente wil daar nu een punt achter zetten, met als voornaamste reden: veiligheid. Ik zet daar stevige vraagtekens bij, zeker wanneer ik zie dat in tal van andere gemeenten deze taak wél op verantwoorde wijze door vrijwilligers wordt uitgevoerd – nu en in de toekomst. Eerder is geprobeerd deze waardevolle taak voor vrijwilligers te behouden via een voorstel, maar helaas bleef het college vasthouden aan haar standpunt.

Wat nu dreigt, is een financiële klap voor veel van deze verenigingen. De opbrengst uit papierinzameling vormt voor hen een belangrijke aanvulling op de begroting. Niet voor luxe, maar voor essentiële zaken: materialen, activiteiten of juist dat ene extraatje dat een vereniging sterker maakt. En het gaat hier niet alleen om geld. De gezamenlijke inzameling versterkt de onderlinge band, stimuleert betrokkenheid en draagt bij aan sociale samenhang in buurten en wijken. Het is vrijwilligerswerk pur sang – iets dat gekoesterd moet worden.

Het college verwijst naar een uitvraag onder de verenigingen, waaruit zou blijken dat er voorkeur is voor een afbouwregeling. Laat ik daar helder over zijn: het merendeel van de verenigingen wil helemaal geen afbouwregeling. Wat zij vragen, is een écht alternatief – een manier waarop hun inzet en betrokkenheid kunnen blijven bestaan, zonder dat dit ten koste gaat van hun bestaanszekerheid. Eerst een oplossing, dan pas een afbouwregeling. Nu worden de verenigingen aan hun lot overgelaten, zonder dat zij zeker weten of hun voortbestaan gewaarborgd is.

Sterker nog: veertien van de achttien betrokken verenigingen hebben onlangs opnieuw aangegeven graag met de gemeente in gesprek te willen over structurele en fatsoenlijke alternatieven. Zestien overwegen deel te nemen aan een alternatief. Zolang er geen concreet en haalbaar alternatief op tafel ligt, is het simpelweg onmogelijk om de waarde van de voorgestelde afbouwregeling – die na 2028 definitief eindigt – goed te beoordelen. Het huidige voorstel biedt geen toekomstperspectief voor de mensen die jarenlang vrijwillig en met hart voor hun vereniging klaarstonden voor Veldhoven.

De gemeente heeft hierin een verantwoordelijkheid. Het is belangrijk om zeker te weten dat verenigingen niet het loodje leggen. Dat vraagt om meer dan een eenzijdige regeling. De gemeente moet verenigingen actief begeleiden in dit proces, hen betrekken bij de oplossing en duidelijk perspectief bieden voor de toekomst.

“Zet daarom eerst de stap die hoort bij goed bestuur: ga in gesprek. Werk zamen aan structurele alternatieven die wérkelijk toekomst bieden en stel vervolgens pas een eerlijk en realistisch compensatievoorstel op. Alleen zo behouden we het waardevolle verenigingsleven waar Veldhoven terecht trots op mag zijn."